*********************************************************************** ADMINISTRATIEVE GEGEVENS ------------------------------------------------------------------------ Kaart-Nr: 57E PLAAT: Puurs Nr: 74 (VI, d) Type Boring: Filterput Topografische kaart: 23/2 Uitgevoerd te : St. Jozef (Londerzeel) Postnr: 1840 Adres boorplaats: Opdrachtgever: Belgische Geologische Dienst Boorfirma: Smet DB Boordatum: 1989 Topografie: Stalen door: Boringsmethode: gestoken Doormeters: Kernen: 10 cm Grondwaterstanden: 1ste maal: Bij rust : Tijdens pompen: Debiet : Waterzaaknr: Totale diepte: 10 m Stalen genomen: Maaiveld: 9,405 X: 145.510 Y: 191.865 NIS-code: 23045 ------------------------------------------------------------------------ BOORBESCHRIJVING ------------------------------------------------------------------------ 0.00 - 1.00 m (82 cm) 1. Aangevoerd materiaal, artificiële ophoging bestaande uit zandig silt met zandlenzen. Groen kleurig en kleihoudend aan de basis. Gleystructuur. Scherpe grens. Diepte basis: 0.69 m. 2. Donkerbruin sterk silteus fijn zand overgaand naar grijsbruin silteus fijn zand. Vegetatieresten en baksteenfragmentjes. Diepte basis: 0.82 m. 1.00 - 2.00 m (86 cm) 3. Grijsbruin silteus fijn zand gradueel overgaand vanaf 1,04 naar licht grijsbruin silteus fijn zand (deze kleur wordt gevormd door een menging van bovenvernoemd en onderliggend materiaal waarin minder humeus materiaal aanwezig is). Vanaf 1,09 graduele overgang naar grijsbruin silteus fijn zand met in het centraal gedeelte een 1,5 cm dikke geelgrijs silthoudende zandlens. Over het geheel zijn houtskool en vegetatierestjes verseiprd. Aan de basis wordt opnieuw een concentratie van humeus materiaal aangetroffen waarbij de begrenzing licht onregelmatig is. Diepte basis: 1,26 m. 4. Geelgrijs silthoudend fijn zand met vanaf 1,29 spots bestaande uit meer silteus materiaal, welk zelfs dominerend wordt vanaf 1,31 m. Vertikaal georiënteerde ijzerslierten. Duidelijke licht verstoorde grens. Diepte basis: 1,35 m. 5. Grijsbruin silthoudend medium zand met aan de basis menging van onderliggend materiaal. Diepte basis: 1,36 m. 6. Bruingrijs silt gradueel overgaand vanaf 1,38 naar alternerend complex grijsbruin sterk silteus fijn zand en grijs silthoudend fijn zand met evenwel een dominantie van eerst vernoemde textuurgroep. Vertikaal georiënteerde kleiige gangen tussen 1,50-1,54 met ijzerslierten bijna opgelost. Graduele overgang. Diepte basis: 1,58 m. 7. Alternerend complex van banden die opgebouwd zijn uit - grijze siltlagen met diffuse laagvlakken en grijs silthoudend fijn zand (de laatste is soms licht geoxideerd) - sterk silteus fijn zand met diffuse zeer dunne siltlaagjes. De siltlagen worden vanaf 1,70 duidelijk dominant. Opnieuw zijn vertikale tot schuine georiënteerde kleiige slierten aanwezig. Diepte basis: 1,86 m. 2.00 - 3.00 m (96 cm) 8. Bruin- tot groengrijs sterk silthoudend fijn zand alternerend met grijs zandhoudend silt. De afmeting van beide subeenheden neemt toe naar de basis waar ze zones vormen met intense textuurvariaties en stratificaties (in mindere mate). Op 2,53 silexkeitjes. Beide subeenheden vormen cycli met fining-up tendens waardoor overgang van zandig naar silteus gradueel gaat terwijl het laagvlak tussen de silt en de zandafzetting depositional is. Opnieuw vertikaal georiënteerde houtrestjes. Onregelmatige ondergrens. Sporadisch horizontaal georiënteer- de oxidatieslierten. 9. Grijs silt met diffuse laagjes tot zones van zandig silt. Vanaf 2,81 alternerend complex van sterk silthoudend halffijn zand, glauconiethoudend in de tweede helft en grijs silt. Het karakter van de laagvlakken is doorgaans diffuus. Over het geheel zijn opnieuw vertikaal gelegen plantenrestjes aanwezig. Diepte basis: 2,96 m. 3.00 - 4.00 m (81 cm) 10. Grijs zandig silt met aan de top silexkeien (ingevallen ?) met vanaf 3,05 silteus zand overgaand naar zand aan de basis. Onregelmatige ondergrens. Enkel vertikaal georiënteerde vegetatierestjes. 11. Grijs zandhoudend silt met diffuse fijnzandige lenzen en zeer fijne vegetatierestjes. Graduele overgang 3,16 naar glauconiethoudend silteus zeer fijn zand (met vertikaal georiënteerde vegetatierestjes), gradueel overgaand vanaf 3,27 naar silthoudend fijn tot halffijn zand, de stratificatie wordt geaccentueerd door een concentratie van glauconiet. De gelaagdheid is schuin met evenwel een verandering in oriëntatie op 3,35 m. Vanaf 3,70 massieve gelaagdheid. Diepte basis: 3,81 m. 4.00 - 5.00 m (82 cm) 12. Grijsgroen silthoudend fijn zand horizontaal gelaagd waarbij een verandering in de glauconietconcentratie doorslaggevend is. Sporadisch zeer kleine kleiige lensjes + humeus restje. Graduele overgang. Diepte basis: 4,21 m. 13. Grijs silthoudend halffijn zand overgaand naar zeer heteromorf medium zand met zeer grove kwartskorrels en silexkeitjes en grote zandsteenfragmenten. Licht schuin gelaagd. Zeer glauconiethoudend. Diepte basis: 4,42 m. 14. Grijs sterk silthoudend fijn zand met 1 cm dikke band van meer silteus materiaal, de ondergrens is gradueel, de bovengrens daarentegen scherp. Opnieuw een variatie in de glauconietconcentratie. Scherpe grens. Diepte basis: 4,49 m. 15. Grijs zandhoudend silt met diffuse lagen van meer zandig materiaal. Op 4,52 2 mm dik humeus laagje, horizontaal gelaagd. Glauconiethoudend. Graduele overgang. Diepte basis: 4,59 m. 16. Groengrijs silthoudend fijn zand (horizontaal gelaagd) met diffuse zeer fijne grijze silteuze laagjes en door veranderingen in de glauconietcon- centratie. Diepte basis: 4,82 m. 5.00 - 6.00 m (86 cm) 17. Grijs licht silthoudend fijn zand met grote concentratie van continu en discontinu glauconietrijke en silteuze laagjes (1 à 2 mm) tot 5,10 schuin, horizontaal tot licht golvend. Vervolgens nog enkele discontinu horizontale tot schuine fijne glauconiet- rijke laagjes waarin zelfs een microbreuk zichtbaar is. Schuine grens. Diepte basis: 5,34 m. 18. Complex van grijze siltlaagjes en silteuze fijne zandlaagjes, de eerste soms humeus. Discontinu tot continu, lichtgolvend schuin gelaagd. Schuine grens. Diepte basis: 5,37 m. 19. Grijs fijn tot halffijn silthoudend zand met in de tweede helft discontinu silteuze laagjes, schuin gelegen. Glauconiethoudend. Schuine grens. Diepte basis: 5,44 m. 20. Groen sterk silteus fijn zand, aan de top een grijs siltlaminae. De basis wordt gevormd door horizontaal gelegen venig laagje dat in het centraal gedeelte vervormd is. Diepte basis: 5,49 m. 21. Grijs silthoudend fijn zand met een horizontaal gelegen venig laagje. Sporadisch discontinu silteuze laagjes. Scherpe rechte grens. Diepte basis: 5,56 m. 22. Fining-up sequentie bestaande uit grijs silthoudend fijn zand gevolgd door meer silteus zand met siltlaagje om tenslotte over te gaan naar bruin silt, glauconiethoudend. Onregelmatige ondergrens. Diepte basis: 5,59 m. 23. Dubbel fining-up sequentie bestaande uit grijs silthoudend fijn zand met diffuse vlekken van meer silteus materiaal gevolgd door siltlaagje. Vervolgens zandig silt, licht schuin gelaagd, gevolgd door een siltlaag met aan de top venige afzetting die gedeeltelijk geërodeerd werd. Glauconiethoudend. Diepte basis: 5,64 m. 24. Grijs silthoudend halffijn zand tot fijn zand met discontinu laagjes van meer silteus materiaal. Sporadisch vegetatierestje. De top wordt gevormd door een bruine siltlaag die licht schuin gelegen is. Scherpe rechte grens. Glauconiethoudend. Diepte basis: 5,73 m. 25. Grijs silthoudend halffijn zand met continu en discontinu silteuze laagjes met aan de top recht gelegen siltlaagje (2 mm). Glauconiethoudend. Diepte basis: 5,86 m. 6.00 - 7.00 m (83 cm) 26. Grijs silthoudend glauconiethoudend halffijn zand. Schuin gelaagd met silteuze laagjes die vegetatierijk kunnen zijn. De siltlagen zijn doorgaans continu met een reactivatieoppervlak in de tweede helft. Naar de basis toe vermindert de helling van de stratificatie. Onregelmatige ondergrens. Diepte basis: 6,34 m. 27. Bruin silt, aan de top in de vorm van lensjes, vervolgens in de vorm van lagen met ertussen zandpartikels afgezet in continu laagjes aan de basis, en lensjes aan de top. Licht schuine grens. 28. Grijs silthoudend fijn zand overgaand vanaf 6,48 naar silthoudend halffijn zand met discontinu silteuze laagjes, schuin tot recht gelegen met tussen 6,48-6,50 schuin gelegen 4 mm dikke kleiige siltlaag. Duidelijke rechte grens. Glauconiethoudend. Diepte basis: 6,57 m. 29. Bruin licht kleihoudend silt, op sommige plaatsen vegetatierijk met zandlaagjes, duidelijk wanneer fijn, dikker-diffuus. Diepte basis: 6,62 m. 30. Diffuus complex van horizontaal gevlekte grijs silthoudend fijn zand en bruin silt met tussen 6,65-6,68 kleiige horizontaal georiënteerde lensjes. Vanaf 6,69 bruin sterk silteus fijn zand, waarin lichte verandering in het siltgehalte optreedt, vanaf 6,75 kleihoudend silt. Diepte basis: 6,78 m. 31. Verstoord monster van grijs glauconiethoudend silteus fijn zand. Diepte basis: 6,83 m. 7.00 - 8.00 m (84 cm) 32. Grijs silthoudend glauconiethoudend fijn zand met top tot 7,08 concentratie van horizontaal gelegen grijze kleihoudende siltlensjes. 7,08-7,70 discontinu, continu aan de basis bruine siltlaagjes (1 à 2 mm) - soms vegetatierijk dominerend schuin gelaagd in de eerste helft, horizontaal effen tot licht schuin gelaagd in de tweede helft (overblijfsel van klimmende ribbels zichtbaar) 7,70-basis massief gelaagd zonder enige verandering in de textuur. Diepte basis: 7,84 m. 8.00 - 9.00 m (91 cm) 33. Grijs silthoudend glauconiethoudend fijn zand. Rechte lichte schuine grens. Diepte basis: 8,04 m. 34. Grijs silthoudend glauconiethoudend fijn zand gestratifieerd met glauconietrijke siltlaagjes, licht gebogen - schuin. Tussen 8,14-8,16 microdepressie opgevuld met venig materiaal. 35. Grijs silthoudend - glauconiethoudend halffijn zand met enkele discontinu horizontaal gelegen silteuze laminae tot laagjes. Diepte basis: 8,36 m. 36. Alternerend complex van grijze fijne zandlaagjes en vegetatierijke laagjes, die doorgaans silteus zijn. Horizontaal gelaagd, in het onderste gedeelte worden concave foresets aangetroffen. Onderaan schuin gelaagd. Schuine grens. Diepte basis: 8,55 m. 37. Grijs silthoudend glauconiethoudend fijn zand met discontinu silteuze laagjes, effen tot licht gebogen. Diepte basis: 8,65 m. 38. 3 fining-up sequentie waarvan de laatste weinig duidelijk. De onderste bestaat uit witgrijs fijn glauconiethoudend zand met vegetatierijke laag - silteus fijn zand - silt met vegetatierestjes. Graduele overgang. 2e: groengrijs silteus fijn zand - alternerend complex van silteus fijn zand en vegetatierijke silt tot fijne siltlaagjes. 3e: silthoudend zandlaagje (2 à 3 mm) - complex van bovenvernoemd materiaal (concave foresets) afgesloten met horizontaal gelegen vegetatierijk siltlaagje (2 mm). Rechte grens. Diepte basis: 8,81 m. 39. Groen sterk silteus zeer fijn zand met instulping van bovenliggend materiaal. Gebioturbeerd. Diepte basis: 8,91 m. 9.00 - 10.00 m (100 cm) 40. Grijs sterk silteus zeer fijn zand met blekere vlekken ingevolge bioturbaties. Vanaf 9,59 wordt het materiaal kleihoudend met sporadisch nog enkele zandlenzen die evenwel groter zijn dan voordien. Glauconietrijk. Diepte basis: 10,0 m. ------------------------------------------------------------------------------STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE ------------------------------------------------------------------------------ Top * basis *STRATIGRAFISCHE EENHEDEN ------------------------------------------------------------------------------ 0.00 0.69 Kwartair: geroerd 0.69 1.36 Gent Formatie 1.36 8.81 Zemst Formatie en Tardiglaciale afzetting 8.81 10.00(geboord) Tertiair: Formatie van Maldegem ------------------------------------------------------------------------------ AUTEUR F. BOGEMANS - 1989 ------------------------------------------------------------------------------