MECHELEN 58E Nr. 404 (VIII, c) Boring : Uitgevoerd te : Schonenberg Bij : Door : Datum : Topografische ligging opgetekend door : Grondstalen verzameld door : Boringsmethode : Opeenvolgende doormeters : Grondwaterstanden : voor de eerste maal waargenomen : bij ruststand : Tijdens het pompen : Met een debiet van Grondwaterregister nr. Hoogte van het maaiveld, mondgat : 11,409 Volg- AARD DER GRONDLAGEN Diepte Dikte Aardkundige nummer Basis m. Ouderdom m. 0.00 - 1.00 m (86 cm) 1 Donkerbruin lemig fijn zand met ? vlekken Vegetatieresten 0,18 2 Grijsbruin fijnzandige leem met steen- fragmenten en vegetatieresten 0,50-0,52 Humeuse vlekken onderaan Geleidelijke overgang 0,56 3 Licht bruingrijs fijnzandige leem met wortelresten, Fe/Mn stippels 0,80-0,82 Geoxideerd in grote vlekken 0,86 1.00 - 2.00 m (83 cm) 4 Licht bruingrijs lemig fijn zand met oxidatievlekken. Het materiaal is op deze plaatsen kleihoudend. 1,28-1,30 Vele Fe/Mn stippels over het geheel, met een grote concentratie aan de top. Vegetatieresten (takjes of wortels naar de basis toe) Aan de top baksteenfragmentjes. Geen kalk 1,57 5 Bleek bruingrijs leemhoudend fijn vet 1,60-1,63 1/2 fijn zand met een oxidatieband van 1,62-1,78 (materiaal meer kleihoudend). In dit geoxideerd materiaal een verti- cale sliert van niet geoxideerd 1,77-1,80 materiaal. In het geoxideerd gedeelte een weinig aantal Fe/Mn stippels Geen kalk. 1.00 - 3.00 m (94 cm) 6 Geoxideerd kleihoudend 1/2 fijn zand, zeer kleiig (slappe) aan de basis, klei aan de basis. Verstoorde grens waar- schijnlijk mol. 2,04 7 Geelgrijs leemhoudend 1/2 fijn zand Grens licht schuin lopend 2,08-2,05 8 Geoxideerd kleihoudend 1/2 fijn zand over- gaand (2,09) naar sterk leemhoudend 1/2 fijn zand met zandige leembanden 2,20-2,23 van 2,30-2,33 ; 2,34 - 2,345 ; 2,30-2,33 2,36 - 2,365 Van 2,47 tot basis lemig fijn zand Geheel is subhorizontaal gelaagd, vanaf ± 2,47 schuin oxidatie vermindert naar de 2,50-2,53 basis toe. Graduele overgang (glauc. houdend). Vege- tatieresten aan de basis Geen kalk 2,55 9 Licht geoxideerd geel 1/2 fijn zand (glauc. houdend) erosieve schuine grens. 2,635-2,655 Sporad. grove kwartskorrels geen strat. Geen kalk. 10 Groengeel sterk leemhoudend fijn zand (glauc.) geen strat. Duidelijke grens 2,67 2,64-2,67 11 Geoxideerd kleihoudend fijn zand met 1/2 fijn zandig mat. van 2,69-2,72 Naar de basis toe onduidelijke strati- ficatie (subh.) van vorig vernoemde 2,72-2,76 materialen. Fe/Mn stippels verspreid over het geheel. Scherpe rechte grens. Geen kalk. 2,76 12 Grijs sterk leemhoudend fijn zand iets minder aan de top) met diffuse licht golvend tot horizontaal kleihoudende laagjes. Vegetatierestjes naar de basis toe. Licht geoxideerd aan de top, wordt van- af 2,80 sterker. Slecht enkele vlekken van de oorspronke- lijke kleur zichtbaar. 2,90-2,94 Geen kalk. 2,94 3.00 - 4.00 m (87 cm) 13 Geoxideerd kleihoudend fijn zand met enkele Fe/Mn stipjes. Materiaal wordt fijner naar de basis toe Overgang naar volgende eenheid is uit- sluitend gebaseerd op kleur 3,06 14 Grijs leemhoudend fijn zand met lemige fijne bandjes (1 mm ---> 5 mm) parallel gelaagd Vanaf 3,16 is het materiaal opnieuw ge- oxideerd tot 3,37 Vanaf 3,27 is het lemig materiaal domi- nerend en komt het zand in discont. len- zen (overblijfsel van "rippels") voor. Sporadisch in laagjes zoals van 3,57 - 3,60 ; 3,76 en 3,78 Vanaf 3,70 worden de zandlenzen steeds minder en kan aan de basis van zuivere leem gesproken worden. 3,80-3,82 Vanaf 3,62 gleyverschijnselen Geen kalk. 3,87 4.00 - 5.00 m (99 cm) 15 Geelbruin fijn zandige leem 4,07-4,05 Gebogen grens. Geen kalk. 16 Grijze licht geoxideerde leem met kleiige licht golvende laagjes (aan de top gebo- gen, vervolgens schuin in tegenoverge- stelde richting) tot 4,14 Duidelijke grens - Geen kalk. 4,18 17 Geelbruin lemig fijn zand met aan de basis meer zandige discont. laagjes (3) Licht golvend contact. Geen kalk. 4,38 18 Grijze licht geoxideerde leem met klei- laagjes die nl. geconcentreerd voorkomen tussen 4,45 - 4,50 en 4,62 - 4,69 In het eerste gedeelte zijn de sommige kleilaagjes gestoord en ligt centraal een verticale zandige lens die op 4,50 in horizontale richting doorloopt. In het tweede gedeelte zijn de laagjes golvend met op 4,64 een geelzandig laag- je dat uit? (1 cm --> 1 mm). De grenzen zijn zwart kleurig van de Fe/Mn. Geen kalk. 4,71 19 Geel 1/2 fijn zand met diffuse dunne leemhoudende laagjes (± 1 à 2 mm) met grijze kleihoudende leembanden op 4,80 - 4,82 4,84 - 4,87 4,89 - 4,90 4,94 - 4,95 De bovenste grens is erosief, de onder- ste depositional. Sommige grenzen zijn verrijkt met Fe/Mn Deze banden bevatten ook nog zandige deeltjes 4,09 Geen kalk. 5.00 - 6.00 m (46 cm) 20 Grijs leem meduin zand. Diffuus subhori- zontaal gelaagd. Sporad. Fe/Mn stipje. Graduele overgang. Geen kalk. 5,18 21 Groengrijs sterk leemhoudend fijn zand Zeer scherpe grens. Geen kalk. 5,22 22 Grijze silt (licht verstoord gestrat.) Bovenzijde is sterk geoxideerd Depositional surface. 5,24 23 Geel leemhoudend med. zand, wordt fijner en lemiger naar de basis (laatste cm) Basis sterk geoxid. Geen kalk. 5,28 24 Grijs siltlaagje. Geen kalk 5,285 25 Grijs 1/2 fijn zand. Geen kalk 5,29 26 Geoxideerd fijn zandige leem met op 5,32 kleihoud. golvende disc. laagjes (2 mm) Vervolgens wordt het zandig materiaal grover. Scherpe, maar gebogen grens 5,36-5,39 27 Grijze silt, geen stratificatie; geoxi- deerd aan de basis. Aan de basis in- sluitsels van zandig materiaal. Graduele overgang. Geen kalk. 5,40 28 Grijs licht geoxideerd medium zand met enkele grove korrels Duidelijke grens. Geen kalk. 5,44 29 Grijs geoxideerd zandhoudend leem. Geen kalk. 5,46 6.00 - 7.00 m (90 cm) 30 Geelgrijs leemhoudend medium zand, met grove korrels aan de top. Diffuus horizontaal gestrat. Vanaf 6,38 6,30-6,35 schuin. Opnieuw overgaand in subhorizon- taal (6,52) Op 6,38 silexsplinters (schuin gelegen) Op 6,48 dun groen kleiig laagje 6,48-6,52 Tussen 6,56 en 6,59 concentratie groene kleilensjes en steenfragmentjes (zand- steen, silex, ...) en vegatatierestje. Tussen 6,69 - 6,76 drie bolvormige licht humeus kleiige laagjes. Naar de basis geen stratificatie meer zichtbaar. 6,85-6,90 Geen kalk. 6,90 7.00 - 8.00 m (71 cm) 31 Geelgrijs heteromorf zand met schuine licht golvende kleihoud. laagjes (in verschillende richting, waarschijnlijk overblijfsel van rippels) en met kleine kleilensjes. Graduele overgang (± ?) naar sterk leem- houdend 1/2 fijn zand (diffuus subhoriz. gestrat.) grotere concentratie van glauc. Tussen 7,40 en 7,41 concentratie van ve- getatierestje onder de vorm van puntige lens - nieuwe bedding onder gedeelte weg- ge? Vanaf deze lens tot aan de basis is ma- teriaal zeer fijn gestrat. met schuine, niet paral. disc. laagje Geen duidelijke grens. Geen kalk. 7,47 32 Geelgrijs medium zand (leemhoud. aan de top), afgewisseld met schuine bruine kleiige laagjes. (gevormd door aaneenschakeling van platte lenzen) ertussen zit tevens zand. Dikte schommelt tussen 1 cm tot 7 cm aan de basis 3 cm verschil Geen kalk. 7,71 8.00 - 9.00 m (94 cm) 33 Geelgrijs med. zand met bruine kleiige platte lenzen. Scherpe rechte grens. Geen kalk. 8,10 34 Bruin kleiig silt met schuine licht ver- stoorde grens 8,13 --> 8,30. Geen kalk. 8,20 Groengrijs sterk leemhoud. fijn zand overgaand in grijs vanaf 8,37 Sommige gedeelten (nl. aan de top) be- vatten minder leem en zijn lichter van kleur. Discont. niet parall. laagjes, nl. geconc. tussen 8,47 - 8,59 overgaand naar parall. cont. tot licht geboben aan de basis. Deze laagjes zijn dominerend tussen 8,69 - 8,73. De laagjes bestaan uit bruin kleiig silt. Zeer scherpe licht gebogen grens. Geen kalk. 8,73 35 Grijs 1/2 fijn zand, schuin effen ge- strat. met leemhoudende laagjes. ± 3 cm verschil Vanaf 8,79 (meest hoogste punt) vol- ledig sterk leemhoudend. Schuine grens. Geen kalk. ,74-,79 36 Groengrijs leemh. 1/2 fijn zand met 3 schuine humeuse bruine kleiige laagjes (± 2 mm) aan de top Geen kalk. 9.00 - 10.00 m (92 cm) 37 Grijs leemh. med. zand schuin, niet parall. gestrat. met sterk leemh. fijne laagjes Vanaf 9,18 geen stratif. meer zichtbaar. 9,20-9,25 Takje verticaal in sediment gelegen Geen kalk. 9,42 9,35-9,40 10.00 - 11.00 m (97 cm) 38 Groengrijs med. zand met leemhoud. 1/2 fijn zandige zone aan de top. Subhor. gelaagd met o.a. enkele bruine kleiige (1 mm) laagjes. Aan de basis een concentratie van grijze kleilenzen, silexfrag, ? kwartskorrels 1,5 cm dik 10,16 39 Grijs 1/2 grof zand met enkele diffuse kleiige vlekjes Onduidelijke grens 10,19 40 Grijs 1/2 fijn zand, lemig fijn zand aan de top met een groengrijze afgerande kleilens. Duidelijk licht verstoorde schuine grens 10,26-10,28 41 Bruine (met zwarte insluitsels) slappe kleih. leem golvende basis (depos.) 30-35 42 Grijs 1/2 fijn tot 1/2 grof zand, schuin gelaagd met fijnere diff. laagjes. Grove tot zeer grove korrels zijn als geheel verspreid. Laatste 3 cm is het mat. fijner en be- vat bruine slappe leemlenzen. Verstoorde ? grens. 10,51 Donkerbruin venig materiaal Scherpe grens 10,62 43 Grijs 1/2 grof, overgaand naar zeer grof zand Vanaf 10,84 wordt het opnieuw fijner. Aan de top een houtfrag. en leemhoud. fijn zandige diffuse laagjes. Over het geheel zijn zeer grove korrels verspreid Enkele lenzen van slappe leem geconc. 10,84 - 10,89 Geen kalk. 10,97 11.00 - 12.00 m (spoelmonster) 44 Grof zand met silteuse lenzen en steen- fragmentjes 12.00 - 13.00 m (92 cm) 45 Grijs heteromorf geheel bestaande uit enerzijds discont. zones van 1/2 fijn zand en anderzijds medium zand. 12,30-12,35 In het bovenste geheel keitjes zijn verspreid Houtfragmenten en veenlenzen, nl. aan de top 12,80-12,85 Tussen 12,13 en 12,25 zeer schuin gelaagd met zwarte dunne laagjes Geen kalk. 12,92 13.00 - 14.00 m (16 cm) 46 Grijs 1/2 fijn zand met grove korrels en kleine keitjes Vanaf 13,06 kleiige silt lenzen, die humeuser worden naar de basis toe. Eveneens houtfragmenten. Deze humeuse lenzen zijn dominerend aan de basis, erin worden zeer grove korrels en beige verharde kleilens aangetroffen. 13,11 47 Zwart leemh. fijn zand met aan de top discont. golvende laagjes. 13,16 14.00 - 15.00 m (95 cm) 48 Donkergrijs heteromorf zand met 2 grint- rijke zones (silexen en zandstenen) 14,17 - 14,30; 14,38 - 14,57 in deze zone ligt verticaal een 7 cm lange steen bestaande uit een aaneenklitting van zwart zand - kan het bindmiddel zijn. Scherpe grens 14,68 49 Groen kleiige silt. (in Tertiair geboord tot 17 m)