Personal tools

You are here: Home / Virtual collections / Geology / Boreholes / 058W-058E / 058W0272 K17 Heindonk / 058W0272 K17 Heindonk description

058W0272 K17 Heindonk description

text/plain 2330272.TXT — 14 KB

File contents

Plaat BOOM 58W                           Belgische Geologische Dienst

Nr  272 (IIId)

Boring                                                X  153 750
Uitgevoerd te : Heindonk K17                          Y  195 240
Voor de B.G.D.                                        Z  � 4,50
Door : N.V. SMET
Datum : 1980
Topografische ligging opgetekend door P. VAN  WICHELEN
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode : gestoken
Hoogte van het maaiveld : � 4,5 m
Totale diepte : 30 m


Volgnr.     Aard der grondlagen                        Diepte m  

        0 - 1 m ontbreekt

        1.00 - 2.00 m (70 cm)

1.      Donkerbruine venige klei met vegetatieresten     1,63
2       Bruingrijze slappe klei, sterk geoxideerd, met
        Fe/Mn concreties tot knolletjes. In het geheel
        worden vegetatieresten (o.a. twijg ) terugge-
        vonden.                                          2.00
        Een weinig kalk


        2.00 - 3.00 m (100 cm)

3       Idem
        0nduidelijke grens                               2.15
4       Kakikleurig sterk silteus fijn zand met witte
        zandspotjes.
        0ver het geheel zijn vegetatieresten en Fe/Mn
        knolletjes verspreid
        Licht geoxideerd                                 3.00


        3.00 - 4.00 (73 cm)

5       Groenbruin, kleihoudend silt met aan de top
        bioturbatie, opgevuld met groen fijn zandig
        materiaal.
        Tussen 3.50 en 3.68 en aan de basis een concen-
        tratie van witte spotten en vivianiet - spora-
        disch vivianiet                                  4.00


        4.00 - 5.00 m (93 cm)

6       Geoxideerde bruine klei met harde ijzerconcreties
        Geleidelijke overgang                            4.30
7       Geelgroen, leemhoudend fijn zand, aan de top
        kleihoudend met "ijzerbank" van 4.45-4.52.
        Vanaf 4.67 glauconiethoudend, voornl. in bandjes
        geconcentreerd.
        Sporadisch vegetatieresten                       5.00


        5.00 - 6.00 m (ontbreekt)


        6.00 - 7.00 m (100 cm)

8       Bruingrijs silteus materiaal (soms kleihoudend)
        met geelgrijs fijn zand in de vorm van lensvor-
        mig bedding met platte lenzen, subtidal afzet-
        ting
        Geheel bevat vele mica's                         7.00


        13.00 - 14.00 m (1 m)

0-13  : ontbreekt
13-21 : gestoord - grijze plastische klei vermengd met fijne zandhoudende
        klei geoxideerd - silexkeien.
21-30 : bruin-beige fijn kleihoudend zand met vlekjes geel-beige fijn zand
        ook enige roestkleurige vlekken.
30-60 : bruin-grijs fijn heel zwak glauconiethoudend zand met donkerbruine
        kleivlekjes.
        0p 32 cm pyrietconcretie (verweerd) in een bleek grijze fijne
        zandvlek.
60-100: bleekbruin fijn zwak kleihoudend zand met vlekken van bruine
        silteuze klei en vlekken bleekbeige heel fijn zuiver zand. Vooral
        toename naar basis toe.
        0p 64, 1 cm brede band van tamelijk zuivere bruine klei.
        Kern is vrij sterk gebioturbeerd.
        Vanaf 30 cm kalkhoudend.
        Stalen : op 40 cm en 75 cm.


        14.00 - 15.00 m (1 m)

0-9   : ontbreekt
9-16  : donkerbruine fijn-zandhoudende klei met enkele kleine bleke vlekjes
        van fijn zand - op 11 cm kwartskeitje.
        Aan de randen geoxideerd.
        Tussen 14 - 16 : sterk geoxideerde vlek met aan de rand geel-beige
        materiaal dat aanvoelt als siltige klei.
16-21 : beige-grijze silt met enkele donkerder gekleurde siltvlekken en
        enkele kleine vlekjes bruine klei. 0ok enkele geoxideerde vlekken.
21-56 : bruin-beige silt met onregelmatige vlekken bleekgrijs silt en vanaf
        37 cm ook kleine vlekjes en voegjes donkerbruine klei.
        Tussen 33 en 40 cm meer grijs gekleurd.
56-100: grijze silt met onregelmatige vlekken en voegjes bruine klei, soms
        roestkleur.
        Vanaf 37 cm sterk gebioturbeerd.
        Stalen op 25 cm en 75 cm.


        15.00 - 16.00 m (1 m)
       
0-4   : ontbreekt
4-17  : verstoord: veel kleiig materiaal met keien en roestvlekken.
17-35 : bruinbeige zwak kleihoudend silt tot zeer fijn zand met beige
        gelige silt tot zeer fijn zandige vlekken. Vanaf 23 tot 42
        oxidatievlekken.
35-53 : donkergrijs zwak kleihoudend fijn zand met enkele blekere zand-
        vlekjes en op 44, 47 en 52 cm - 1 cm brede band van donkergrijs
        kleihoudend fijn zand.
53-90 : bruin kleihoudend fijn zand met bleke onregelmatige vlekken
        silt tot zeer fijn zand. 0p 62 cm donkergrijze kleivlek. Verder
        over de kern enkele kleine vlekjes of streepjes grijze klei.
        0p 87 cm onregelmatige grijze kleivlek.
90-100: Idem, maar met oxidatievlekken.
Stalen op 30 cm, 75 cm.


        16.00 - 17.00 m (1 m)
    
0-5    : verstoord
5-31   : bruin kleihoudend silt tot zeer fijn zand met blekere silt tot
         zeer fijn zandige vlekken en vlekjes van bruine klei en enkele
         pyriteuze vlekjes. 0xidatievlekken vooral aan de rand.
31-100 : donkergrijs bruin, kleihoudend silt tot zeer fijn zand met
         vlekken lichtgrijs silt tot zeer fijn zand. Sporadisch enkele
         zuivere kleivlekjes. Donkere pyriteuze vlekjes op o.a. 55 en 60
         evenals oxidatievlekken.
         Geheel de kern is gebioturbeerd.
         Stalen op 25 cm en 75 cm.


17.00 - 18.00 m (96 cm)

Sterk verdroogde kern.
Beige tot grijs sterk silteus materiaal - micahoudend.
Tot 59, meer grijs gekleurd, mogelijk kleihoudend (bruine kleiige vlekjes)
vooral in het eerste stuk.
Sporen van schelpengruis.
Geheel gebioturbeerd.
Stalen op 25 cm en 75 cm.


18.00 - 19.00 m (1 m)

Sterk verdroogde kern
Bruin beige silteus materiaal, micahoudend met onregelmatige vlekjes van
lichtgrijs silteus materiaal, vermoedelijk enkele bruine kleirijke vlekken,
over gans de kern. 0xidatiekleur. Vanaf 34 meer homogene bruine kleur.
0p 70 pyrietconcretie.
Vanaf 55 kalkhoudend.
Sporen van fijn schelpengruis.
Stalen op 25 cm en op 80 cm.


19.00 - 20.00 m (1 m)

0-40  : bruin kleihoudend fijn zand met bleke onregelmatige vlekken fijn
        zand en enkele kleine bruine zuivere kleivlekjes.
40-74 : grijs kleihoudend fijn zand, met enkele glauconietkorrels, met on-
        regelmatige vlekken van beige fijn zand vooral tussen 40-50 cm
        en 60-62 cm en 67-74 cm.
        Roestvlekken verspreid en enkele zuivere bruine kleivlekjes. Grote
        pyrietconcretie op 45 cm.
74-100: grijs sterk kleihoudend fijn zand met enkele kleine blekere zand-
        vlekjes - enkele mica's en oxidatievlekken ook enkele zuivere
        bruine kleivlekjes.
        Stalen op 25 cm en 85 cm.


20.00 - 21.00 m (103 cm)

0-21   : bruin, iets kleihoudend fijn micahoudend zand, enkele
         glauconietkorrels met onregelmatige vlekken van bleek
         grijs fijn zand eveneens met enkele glauconietkorrels en
         micahoudend. Sporadisch enkele donkerbruine kleine klei-
         vlekJes. Roestkleurige oxidatievlekken en strepen verspreid.
21-37  : Idem, meer bruin, sterk kleihoudend zand (overwegend) enkele
         vlekken en strepen grijs fijn zand - minder roestvlekken.
         Licht kalkhoudend.
31-71  : nog kleirijker - fijner zandige klei met enkele blekere vlekken
         fijn zand - enkele roestvlekken aan de rand van de zandiger
         zones.
         Licht kalkhoudend.
         Zandlensje op 61 cm.
71-90  : bruin kleihoudend fijn zand, glauconiethoudend, micahoudend
         met onregelmatige kleirijkere vlekken en onregelmatige vlekken
         bleekgrijs zwak glauconiethoudend zand.
90-103 : idem als stuk van 37-71, maar meer kalkhoudend, tussen 96-97 :
         bruine vrijwel zuivere kleivlek.
         0p 93 : sterk verweerd schelprestje.
         Stalen op 25 cm en 75 cm.


21.00 - 22.00 m (105 cm)

0-14   : naval ? grijze fijn-zandhoudende klei met tussen 2-4 cm, grijs
         zwarte pyriteuse ? kleivlek. Pyrietconcreties Op 5 cm en tussen
         10 en 12 cm.
         Vanaf 11 cm komen vlekken van praktisch zuiver bruine klei voor.
         Aan de basis enkele vlekken van bleekgrijs glauconiethoudend -
         micahoudend fijn zand.
14-33  : groen-grijs kleiig glauconiethoudend fijn zand met bleke zand-
         vlekjes, vooral aan top en basis. Schuin contact van 32 tot 37
         gevormd door een tweetal bruin-grijze kleivoegen afgewisseld
         met lichtgrijze fijn-zandige slierten.
33-93  : grijs kleihoudend glauconiethoudend en zwak micahoudend fijn
         zand met onregelmatige vlekken van grijze vrijwel zuivere klei
         en kleine vlekjes grijs, fijn glauconiethoudend zand, vooral
         laatste 10 cm zijn deze talrijk en vertonen roestkleurige
         oxidatiekleur tussen 79-86 cm. 0p 42 cm fijn schelpengruis
         Tussen 91-93 cm komen onregelmatige vlekken van bruine tamelijke
         zuivere plastische klei voor.
93-105 : grijs fijn zwak kleihoudend zand met enkele bleke fijne zandige
         vlekken die roestige oxidatiekleur vertonen.
         0p 99 langwerpige vlek van meer kleiig zand.
         Stalen op 25 cm en 75 cm.


22.00 - 23.00 m (1 m)

0-6    : bruin, grijs zwak kleihoudend glauconiethoudend fijn zand met
         enkele bruine meer kleiiger vlekjes en bleekgrijze glauconiet-
         houdende zandvlekjes. Fijn verweerd schelpengruis op 2 en
         5 cm. Roestvlekken.
6-20   : bruin, grijs zwak kleihoudend, glauconiethoudend fijn zand met
         enkele mica's - enkele vlekjes bleek grijs fijn glauconiethoudend
         zand en enkele grotere onregelmatige vlekken van grijze praktisch
         zuivere klei, vooral tussen 13-19 m.
         Schelpengruis op 10 cm.
20-52  : bruin kleihoudend zwak glauconiethoudend fijn zand met onregel-
         matige vlekjes en vlekken van bleek fijn zand. 0ok enkele
         kleinere meer kleiige vlekken, vooral aan de basis.
         Sporen van verweerd schelpengruis o.a. op 21, 33, 38 en 46 cm.
         Vanaf 48 cm komt roestkleurige oxidatiekleur voor.
52-100 : idem, maar minder vlekken van bleekgrijs fijn zand.
         Vanaf 88 cm meerdere kleine vlekjes grijs zand.
         Sporen van schelpengruis op 85 cm.
         Stalen op 30 cm en 75 cm.


23.00 - 24.00 m (102 cm)

0-59   : bruin, zwak kleihoudend glauconiethoudend fijn zand met vlekken
         beige tot bleekgrijs glauconiethoudend fijn zand en verspreide
         kleine vlekjes bruine klei.
         Fijn schelpengruis op 8, 35 en 36 cm
         Enkele roestvlekken. Tussen 56-59 krijgt men meer horizontaal
         gerichte bandjes van zuiver fijn zand en kleihoudend zand, erg
         roestige kleur.
59-102 : beige zwak glauconiethoudend fijn zand met enkele kleihoudende
         zandvlekjes, vooral tussen 59 en 80 cm. Van 59 tot 60 donker-
         groen grijze band van  pyriteuze ?? glauconiethoudend zwak
         kleihoudend fijn zand.
         0p 75 cm  pyrietconcretie, er komen enkele grijze kleiige vlekken
         voor o.a. rond  pyrietconcretie. Geheel de kern zwak kalkhoudend
         Stalen op 25 cm en 70 cm.


24.00 - 25.00 (1 m)

Sterk verdroogde kern.
Beige glauconiethoudend, enkele mica's fijn zand met vlekken bruin
kleihoudend fijn zand. Enkele vlekjes wit tot lichtgrijs, zwak
glauconiethoudend heel fijn zand. 0p 37 en 44 cm 2 banden van � 2 cm
dik bruin licht glauconiethoudend, heel fijn zand.
Tussen 70-85 : sterker gebioturbeerd, meerdere kleihoudende zandvlekjes
Stalen op 25 cm en 75 cm.


25.00 - 26.00 m (1 m)

0-43   : grijs licht glauconiethoudend zeer fijn zand met enkele mica's,

         iets donkere vlekken, licht kleihoudend fijn zand, ook enkele
         vlekjes wit tot lichtgrijs licht glauconiethoudend zeer fijn
         zand. 0p 2 cm kleiige bruine vlek (naval ?)
         Enkele geel gekleurde vlekken en roestkleurige oxidatievlekken.
         0p 21, 30 en 38 cm 3 donkerder gekleurde zones van licht
         kleihoudende glauconiethoudend fijn zand.
43-100 : grijs kleihoudend, zwak glauconiethoudend fijn zand met enkele
         mica's.
         Enkele stippen lichtgrijs tot wit zeer fijn licht
         glauconiethoudend zand.
         Tussen 71-77 vlek van praktisch uitsluitend wit zeer fijn zand
         met roestkleurig zand met eveneens fijne roestdraadjes binnen
         de vlek. Vooral roestkleur aan rand van de kern.
         Basis is licht kalkhoudend.
         Stalen op 25 cm - 75 cm.


26.00 - 27.00 m (1 m)

0-19   : bruin kleihoudend zwak glauconiethoudend zeer fijn zand enkele
         bleek fijn-zandige vlekken. 0p 6, 10 en 14 cm geel gekleurde
         vlekken. Tussen 17 en 19 cm vlek van vnl. wit tot 1icht grijs
         zeer fijn zand met roestkleurige oxidatierand en een fijn
         gelig randje.
         Aan de top komen enkele bruine kleivlekken en een verweerde
         pyrietvlek voor (naval ?)
19-45  : Grijs zwak kleihoudend, zwak glauconiethoudend, heel fijn zand
         met enkele stippen bleek heel fijn zand.
45-80  : analoog 0-19, iets lichter gekleurd.
80-97  : idem, 19-45
97-100 : min of meer horizontaal gebande structuur. Donkergrijze
         pyriteuze ? zandige bandjes. 0p 95 enkele pyrietconcreties.
         Stalen op 25 cm en 75 cm.


27.00 - 28.00 m (1 m)

Sterk verdroogde kern.
Beige glauconiet en micahoudend fijn zand met enkele donkerder bruine
kleihoudende vlekken en voegjes evenals enkele onregelmatige vlekken
licht grijs tot wit glauconiethoudend kwartszand. 0xidatie- en gelige
vlekken over de kern verspreid.
Stalen op 25 cm en 75 cm.


28.00 - 29.00 m (88 cm)

0-88   : onregelmatige vlekken van grijsbruin zwak kleihoudend, licht
         glauconiethoudend fijn zand en lichtgrijze tot witte vlekken
         van fijn, glauconiethoudend zand. Enkele bruine kleiige vlekken
         o.a. op 77, 65, 43, 23. Tussen 64-68 cm bruine band van
         zwak kleihoudend, glauconiethoudend fijn zand (pyriteus ?)
         Enkele gelige en roestvlekken over kern verspreid. Niet
         kalkhoudend.
         Stalen op 25 cm en 75 cm.


29.00 - 30.00 m (100 cm)

0-29   : lichtgrijs, glauconiethoudend en tamelijk micarijk fijn zand
         vermengd met donkerder vlekken van zwak kleihoudend fijn zand.
         0p 22 onregelmatige vlek van grijze klei. Tussen 26-29 sporen
         van org. materiaal (veen) roest vlekken; vooral aan de rand.
29-54  : grijsbruin, kleirijk, micarijk, glauconiethoudend fijn zand +
         enkele stippen lichtgrijs fijn glauconiethoudend zand.
54-59  : overgangszone; idem maar vlekken en naar onder toe praktisch
         volledig, grijsgroen, micahoudend vette klei.
59-100 : grijsgroene vette klei met enkele siltspots. Vanaf 69-97 cm;
         intercallaties van micarijk, donker, zeer fijn zand. Aan basis
         gele vlek. Niet kalkhoudend (hele kern).
         Stalen op 25 cm, 45 cm en op 75 cm.



Interpretatie :

Kwartair :          0.00 -  5.00 m
Complex van Kallo : 5.00 - 30.00 m  (geboord)

                    H. CHAMBART en C. VAND0RMAEL
                            mei 1987